Beste Evert : Zuid als leider is in de 5-de slag in de dummy Noord aan slag,
maar speelt uit de Zuidhand Ru 4 voor.
West roept dat de leider in dummy aan slag was, waarna de Oostspeler zegt dat hij het voorspelen van Ru 4 door Zuid accepteert. Zuid vraagt zich nu af of dat wel mag, immers de West speler zei dat hij in dummy Noord aan slag was. Wat moet de geroepen Wedstrijdleider beslissen.
Antwoord:
De Wedstrijdleider moet eerst vaststellen of West alleen gezegd heeft dat er een overtreding was van uit de verkeerde hand voorspelen of dat West niet heeft willen zeggen dat de leider uit de dummy moest voorspelen. Als de West speler alleen gezegd heeft dat de leider Zuid niet aan slag was dan is dat een constatering van de feiten en geen keuze van West op de overtreding van Zuid. Volgens de spelregels mogen nu zowel Oost als West kiezen of ze het verkeerd voorspelen accepteren maar zonder onderling overleg. Aangezien Oost als eerste gezegd heeft dat hij/zij het verkeerd voorspelen van Zuid accepteert is dat een keuze en moet er doorgespeeld worden.
Beslissing in dit geval moet dus zijn: de leider Zuid moet Ru 4 uit zijn/haar hand voorspelen.
NB : In andere gevallen zal de beslissing mogelijk anders zijn. Bijv. West heeft wel gezegd of bedoeld dat uit dummy gespeeld moet worden of beiden Oost en West zeggen iets anders of beiden zeggen niks. Maar dat is lesstof.
Evert Angad-Gaur
Andere artikelen
Voor de beurt bieden
Voor de beurt bieden
Arbitrage hoek - werkwijze
Hoofdklasse ...
